In gesprek met André Snellen

Op zoek naar wat je niet weet

Sinds juni vorig jaar is André Snellen voorzitter van het bestuur van SPO. Daarnaast is hij voorzitter van Pensioenfonds Detailhandel en lid van het algemeen bestuur van de Pensioenfederatie. Toch noemt Snellen zichzelf een atypische bestuurder. Mark de Wijs, directeur SPO, gaat met hem in gesprek.

Wat is je achtergrond?

“Ik ben jarenlang zelfstandig ondernemer geweest van in totaal zo’n zeven bedrijven. Mijn grootste onderneming was een ICT-bedrijf in de financiële dienstverlening. Maar ik heb ook een consultancy-, volmachts- en tussenpersonenbedrijf gehad. Ik ben, kortom, meer een doener dan een bestuurder. Een praktisch ingesteld maar ongeduldig mens. Ik heb een gemiddelde spanningsboog van drie tot zes maanden, wat in de pensioensector natuurlijk veel te kort is maar juist nu van toegevoegde waarde voor mijn pensioenwerk lijkt te zijn.”


Hoe raakte je in de pensioenwereld verzeild?
“Mijn laatste baan in loondienst was als productmanager van onder meer pensioenen bij UAP. Daarna heb ik voor een grote klant in de kappersbranche nog eens een eigen cao opgezet en kwam ik via via weer in de pensioenen terecht. Uiteindelijk vroeg de Raad Nederlandse Detailhandel (RND) mij voor een plek in het bestuur. Dat leek me in eerste instantie niets, maar ze hielden aan. Nu zit ik inmiddels alweer tien jaar in het bestuur van Pensioenfonds Detailhandel.”

Hoe waren je eerste ervaringen met de sector?

“Een gemiddelde voetbalclub werd in die tijd beter bestuurd dan een pensioenfonds. Toen ik aantrad wist ik er maar weinig van. En niemand werkte me in omdat dat simpelweg nooit werd gedaan. Van mijn eigen bedrijven wist ik van elk schroefje en elk moertje. Van het fonds en pensioenen wilde ik ook meer weten, vandaar dat ik allerlei opleidingen ben gaan doen. Grappig genoeg besef ik nu dat je als ondernemer altijd handelt naar wat je weet, terwijl je in de pensioensector juist op zoek moet naar wat je niet weet.”

Je hebt je ondernemersbril op zoek naar kansen dus bewust moeten afzetten?

“Iemand leerde mij eens om naar een pensioenfonds te kijken als naar een kerncentrale. De centrale is gebouwd om energie te leveren. Je draait niet dagelijks aan knopjes om er nog een klein beetje watt meer uit te kunnen krijgen. Je bent vooral bezig met het checken van de metertjes om te zien of alles nog goed staat. En daarnaast moet je op zoek naar wat ervoor zou kunnen zorgen dat het mis gaat. Je taak is het voorkomen van een meltdown.”

SPO is een betrouwbare partner, door de branche zelf opgezet. Die kun je met een gerust hart nader tot je laten komen

Wat vind je boeiend aan de pensioensector?

“Geld heeft me altijd geboeid. Als economisch psycholoog deed ik al onderzoek naar de perceptie van geld. Mensen hebben dezelfde behoeften, maar gaan totaal anders met de middelen om. Het leuke van de pensioensector is dat er wel een solvabiliteitsprobleem kan zijn, maar nooit een liquiditeitsprobleem. Er zijn dus altijd middelen om op zorgvuldige wijze naar de problematiek te kunnen kijken. Een taak met hoge verantwoordelijkheid. Bij Pensioenfonds Detailhandel gaat het om maar liefst 20 miljard euro. Je moet dus voortdurend goed nadenken over de infrastructuur. Die moet zo stevig staan, dat het niet om kan vallen; ‘safe by design’.”

Wat vind je ervan dat de pensioensector onder vuur ligt?

“Dat is een gegeven. Zolang het verplicht blijft zal er een grote groep mensen zijn die het niet leuk vindt. Het ligt nu eenmaal in onze aard.”


Is het niet het eerste barstje in de kerncentrale?
“Dat kan. Ik heb er geen problemen mee als mensen zouden zeggen: we willen geen pensioenverplichting meer. Dan stoppen we er toch mee? Ik ben van mening dat het een infrastructuur is die zijn waarde heeft, ook naar de toekomst toe. Maar het is niet vanzelfsprekend dat die waarde er ook uit zal komen. Schaffen we pensioenfondsen nu af, dan zal er heus over 15 jaar weer een nieuwe golfbeweging zijn waarbij ze juist weer opgericht worden. Soms is dat inzicht nodig om weer verder te kunnen. Vergeet niet dat het vertrouwen enorm geschaad is. Ook omdat er gekort is en besturen zijn blijven zitten. Eigenlijk zou het ultimum remedium, de allerlaatste maatregel, niet alleen moeten zijn dat de reeds opgebouwde rechten verlaagd worden, maar dat dat alleen kan als het bestuur opstapt. In Engeland kunnen pensioenfondsen failliet gaan. Een consequentie die voor bestuurders denkelijk toch anders voelt.”

Interessant. Hoe zie je geschiktheid in dat verhaal?

“De kwalificaties zoals die nu in de pensioensector gehanteerd worden, zijn goed. Bovendien worden ze goed getoetst. Maar het zou mooi zijn als pensioenfondsen meer als ondernemingen bestuurd zouden kunnen worden. Met de bijbehorende directere consequenties.”

Wat vind je dat een pensioenfondsbestuurder moet kunnen?

“Een belangrijke vraag. Zolang er een verplichtstelling is begrijp ik dat sociale partners vinden dat het bestuur representatief moet zijn voor de branches; ‘no taxation without representation’. Tegelijkertijd moet de kerncentrale, dat enorm ingewikkelde complex aan uitbestedingsrelaties en bedrijfsprocessen, meebewegen in alle ontwikkelingen in de markt. Dat vergt ontzettend veel van een bestuur. Er moet voldoende ICT-, uitbestedings-, actuariële en juridische kennis aanwezig zijn. We moeten onze sociale partners vragen wie ze voordragen. En de samenleving ziet ook graag een vrouw en iemand onder de 40. Dat is kortom een knoop die zich niet gemakkelijk laat oplossen. Vandaar dat opleiden en ontwikkelen zo belangrijk is. Helaas weet je dan nog niet of iemand het in de praktijk ook echt kan.”

Ik vraag de pensioensector met klem SPO blijvend te ondersteunen. Het is immers hún instituut; daar moet men niet te cliëntelistisch in staan

Welke rol zie je voor SPO weggelegd?

“SPO is de partner van, voor en door de branche. Die kun je met een gerust hart nader tot je laten komen dan een consultant die je 450 euro per uur betaalt en dus altijd aardig tegen je is. SPO is een stichting en door de branche zelf opgezet. Het is dus een betrouwbare partner. Pensioenfondsen hebben vaak geen eigen HR-beleid of HR-manager. Je hebt daarom iemand nodig die naast je staat, het fonds door en door kent en bovendien weet wat eraan zit te komen. Door ook de betrouwbare partner van DNB en AFM te zijn, kan SPO de kanarie in de kolenmijn zijn op het gebied van AVG-, MVO-, de zorgplicht-, ICT- of andere ontwikkelingen. SPO Perform is daar een mooi voorbeeld van. Het innovatieve leerplatform is dé manier om nieuwe inzichten en actualiteiten op te doen. Everything, everywhere & everytime.”

Heb je nog een hartenkreet?

“Jazeker. Ik wil de branche met klem vragen SPO blijvend te ondersteunen. Het is immers hun instituut en daar moet men niet te cliëntelistisch in staan. Bij bakkers en slagers geldt al: bent u tevreden vertel het een ander, heeft u klachten vertel het ons. En dat geldt hier dubbel en dwars. SPO is van, voor en door de branche en daar mag men dan ook driedubbel gebruik van maken. Doe allemaal mee, dan wordt bijvoorbeeld een dienst als SPO Perform des te waardevoller.”