‘In het verantwoordingsorgaan hoef je niet op tafel te slaan, maar je hebt wél adviesrecht’

Als lid van het verantwoordingsorgaan (VO) heb je de taak om het pensioenfondsbestuur kritisch te toetsen en zorgvuldig te adviseren. Dat vraagt om actuele kennis, helder inzicht en duidelijk positie innemen. Die uitdaging groeit, zeker met de ingrijpende veranderingen die het nieuwe pensioenstelsel met zich meebrengt. Het programma Fundament voor Verantwoordingsorganen van SPO Nyenrode biedt (aspirant)VO-leden diepgaande inhoudelijke en strategische bagage om hun rol als toezichthouders effectief te vervullen.

“Als VO-lid hoeft je het beleid niet zelf te maken, maar je moet wel snappen waarom het bestuur kiest voor een bepaalde route. Dankzij dit programma kreeg ik daar veel beter grip op.” Dat zegt Huub Stikkelbroeck, sinds vorig jaar VO-lid namens de werkgevers bij Pensioenfonds Recreatie. Hij volgde het programma recentelijk. “Je moet op de juiste manier weten door te vragen aan het bestuur. ‘Waarom is dit beleggingsbeleid gekozen?’ ‘Wat betekent dat voor de deelnemers?’ ‘Kun je die keus als pensioenfonds ook helder uitleggen aan je stakeholders.’”

Door de aangescherpte DNB-eisen voor pensioenfondsen op verschillende gebieden, wordt ook van het verantwoordingsorgaan toenemende deskundigheid verwacht. Goed inzicht hebben, of krijgen, in de nieuwe thema’s van het pensioenstelsel is volgens Stikkelbroeck essentieel. “Zowel voor nieuwe VO-leden als voor ervaren mensen.”

Risicohouding bij beleggingen

Als voorbeeld van nieuwe kenniseisen noemt Stikkelbroeck begrip van de risicohouding bij beleggingen. “Dit krijgt meer gewicht omdat traditionele dekkingsgraden in het nieuwe stelsel minder leidend worden. Risicospreiding is daarbij cruciaal.” Ook al hoef je dit volgens Stikkelbroeck niet allemaal tot achter de komma te doorgronden, als VO-lid moet je de bijbehorende keuzes wel kunnen begrijpen en bevragen. “Tijdens het programma kwamen dat soort complexe elementen helder en toegankelijk aan bod.”

Leren met én van elkaar

De opleiding bestaat uit een combinatie van online voorbereiding en klassikale bijeenkomsten. “Online kun je veel informatie vinden, maar het echte leren gebeurde voor mij in de klas”, zegt Stikkelbroeck. “In mijn groep zaten vooral mensen die net begonnen waren in hun VO-rol. Je herkent elkaars vragen en twijfels meteen, want je zit allemaal in hetzelfde schuitje. Dat creëert een fijne open sfeer, waarin discretie centraal staat. Met dat vertrouwen wordt het makkelijker om ook gevoelige kwesties openlijk te delen. Daardoor ga je samen de diepte in en leer je écht van elkaar.”

Stikkelbroeck benoemt de werkwijze van Henk-Jan Strang, die als docent met praktijkvoorbeelden het programma extra diepgang gaf. “Hij werkt zelf in het veld en laat zien hoe je theorie direct toepast in je eigen fonds. Je leert niet alleen wát je moet doen, maar ook hoe.”

Van kruisbestuiving naar verdieping

In het programma dat Stikkelbroeck volgde, zaten deelnemers uit zowel grote als kleine pensioenfondsen – een combinatie die volgens hem tot waardevolle kruisbestuiving leidde. “Bij een fonds als ABP zit je met zestig man in het VO; dat werkt beleidsmatiger en minder direct dan bij kleinere hands-on fondsen, zoals het mijne. Die mix van deelnemers zorgt voor een goede verdieping, en dan wordt één plus één ineens drie.”

Je stem laten horen

Communicatie is een rode draad in het programma, zowel binnen het VO als naar buiten toe. “Je leert hoe belangrijk het is om je stem te laten horen, ook als anderen dominanter zijn”, zegt Stikkelbroeck. “Je hebt een verantwoordelijkheid, en jouw inbreng doet ertoe.” Hij stelt dat het programma glashelder maakt waar je als VO-lid invloed op hebt: wat je mag vinden, formeel mag adviseren en waar je grenzen liggen.

Overtuigend positie innemen

Zo raakt het programma aan een herkenbaar spanningsveld: de balans tussen daadkracht en flexibiliteit in de relatie met het fondsbestuur en de raad van toezicht. “Dat vraagt om een strategische houding die zowel kritisch als constructief is”, zegt Stikkelbroeck. “Een goede dialoog begint met wederzijds respect en het besef dat je samen werkt aan hetzelfde doel. Daarbij leer je overtuigend positie innemen: stel kritische vragen, maar blijf samenwerken. Je hoeft niet op tafel te slaan, maar je hebt wél adviesrecht.”

Van jargon naar begrijpelijk

Tot slot benoemt Stikkelbroeck een relatief kleine opdracht, die onverwachts indruk op hem maakte: het herschrijven van het jaarverslag in begrijpelijke taal. “Het klinkt simpel, maar het was echt een eyeopener. In onze sector gebruiken we zóveel jargon, dat zelfs binnen de groep regelmatig uitleg nodig was. Als wij het al niet meteen begrijpen, hoe zit het dan met andere lezers van zo’n verslag? Zo’n oefening dwingt je om kritisch naar je eigen communicatie te kijken – en om ingewikkelde materie toegankelijk te maken voor je achterban.”

Veerkracht en daadkracht

Terugkijkend is Stikkelbroeck vooral te spreken over de breedte en samenhang van het programma. Theorie, praktijk en uitwisseling met andere deelnemers komen volgens hem op een natuurlijke manier samen. “Je verdiept niet uitsluitend je technische inzichten, maar ook je rol als VO-lid en de dynamiek met de stakeholders. Je leert niet alleen wat je rol is, maar vooral hoe je die invult – met veerkracht waar het kan, en daadkracht waar het moet.”

Interesse in de opleiding Fundament voor het Verantwoordingsorgaan? We hebben dit jaar twee startmomenten. In september en in november. Aanmelden is nog mogelijk.